Auteur:
In een wanhopige zoektocht naar zijn verloren geheugen, raakt Sjeekspier verstrikt in een wirwar van surrealistische, soms slapstickachtige scènes. Zijn pad leidt hem naar plekken die voor de meeste mensen verborgen blijven. Tijdens deze curieuze queeste ontmoet hij tal van excentrieke personages. Ontmoetingen waarvan hij leert, die hem helpen zijn nieuwe ik beter te begrijpen. Soms ontwaart hij flarden van zijn verleden, vage beelden die hij koortsachtig tracht te reconstrueren. En langzaam maar zeker ontstaat er een coherenter geheel. Met De natte droom van Sjeekspier serveert de auteur een uitzinnige, barokke en bij vlagen ronduit gestoorde roman die de wetten van de logica vrolijk aan zijn laars lapt. Dit is geen verhaal dat je leest om te begrijpen,- dit is een trip, een taalorkaan, een klaterende stortbui van beelden, woordspelingen, seks, filosofie, kolder en tragiek. De lezer wordt vanaf de eerste pagina ondergedompeld in een universum dat tegelijk vertrouwd en volkomen geschift aanvoelt. Het boek leest als een hallucinerende mengvorm van Black Mirror en Monty Python onder invloed van absint en existentiële twijfel. De zinnen kronkelen, tollen, ontploffen soms...